Zoals in de afgelopen artikelen beschreven, is er weinig peil te trekken op allerlei fundamentele toekomstige ontwikkelingen. Maar het zal nooit weer worden als voor de Corona-uitbraak. De niet-lineaire samenhang tussen de vele politieke, economische en maatschappelijke tendensen is in de komende tijd te complex om zelfs maar in brede trekken mogelijke ontwikkelingen te schetsen. De chaos-theorie zegt ons dat diverse mogelijke gebeurtenissen in hun samenhang tot radicaal verschillende uitkomsten kan leiden.
Hernieuwde oplevingen van de Covid-epidemie kunnen nog jarenlang tot fundamentele mondiale economische verstoringen leiden. De economie van de schaarste in het aanbod van productiefactoren (waaronder arbeid) zullen vele bedrijven in de problemen brengen. Hoge prijzen voor gas en olie, en ook schaarste aan elektriciteit zullen sowieso al tot forse kostenstijgingen voor bedrijven en consumenten leiden.
De prijzen van eindproducten voor consumenten zullen, zelfs indien weer leverbaar, in ieder geval blijven stijgen door een overmatige vraag (bijv. bouwmaterialen, auto’s). Lonen zullen stijgen door gebrek aan arbeidskrachten, maar zoals in het verleden niet voldoende om de prijsstijgingen te compenseren. Of op termijn nog sprake zal zijn van een reëel groeiende economie is maar de vraag. Verschillende indicatoren wijzen op stagflatie. Geen groei betekent in de ideologie van het kapitalistisch economisch systeem achteruitgang.
Dan rijst de vraag welke financiële bubbels op welke termijn uiteen zullen spatten. De aandelenmarkten? De huizenprijzen? De staatsschulden (de laatste jaren grotendeels gefinancierd door de Centrale banken)? Een nieuwe eurocrisis? Kunnen de pensioenuitkeringen in stand blijven?
De nationale staten zullen in een stagflatie periode het niveau van de overheidsuitgaven waarschijnlijk niet kunnen handhaven (gezondheidszorg!) en waarschijnlijk opnieuw tot zware bezuinigingen gaan leiden.
Het is ook niet erg waarschijnlijk dat in een onzekere economie forse klimaatmaatregelen op voldoende steun kunnen rekenen, maatregelen die (niet alleen in Nederland) aangejaagd door ‘rechts’ via de media tot forse sociale onrust kan leiden. Anderzijds kunnen de komende jaren de klimaateffecten zelf, zoals extreem weer en migratiedruk, op zich al tot ernstige sociale disruptie leiden.
Europa speelt wereldpolitiek nauwelijks een rol. Maar zal wel de gevolgen van de politieke spanningen in de wereld ondervinden. Politieke crisis tussen niet-EU landen kunnen ook nog eens economische gevolgen krijgen (schaarste), die behoorlijk van invloed kunnen zijn, bijvoorbeeld de relatie China-Amerika of de situatie in het Midden-Oosten.
De groeiende ongelijkheid tussen de superrijken, de hoogopgeleid goed gesitueerden, de afkalvende middenklasse en het groeiende ‘precariaat’ (zij die nauwelijks hun dagelijkse uitgaven kunnen dekken) zal door economische problemen overal ter wereld nog verdere sociale onrust aanwakkeren en – nu nog – stabiele regeringen gaan ondergraven, zoals in Zuid-Amerika al gaande is.
De te verwachten sociale onrust zal de tendensen naar de surveillance staat zeker versterken. Zwakke landsbesturen grijpen altijd naar groepsonderdrukkende maatregelen, zelfs in Nederland.
De meeste EU-burgers zullen de economische- en maatschappelijke gevolgen dagelijks ondervinden. Maar niet beseffen dat sprake is van fundamentele veranderingen onder invloed van infantiliserende journalistiek en fake news. Het nieuwe ‘normaal’ zal, net als de pandemie, dag voor dag inslijten. Buiten de onvermijdelijke extreme weerverschijnselen als gevolg van klimaatverandering, worden het historisch gezien op allerlei terreinen spannende tijden.