Beter twijfelen dan zeker weten (2)

Zo ongeveer moet het wel gegaan zijn: de bakens van zekerheid, veiligheid en vertrouwen verschoven in de menselijke geschiedenis van veel- en afgoderij tot aan het hedendaagse nihilisme (dat zelfs de empirische wetenschap heeft geannexeerd).

Maar wat niet verschoof is de onderliggende en genetisch ingebakken overlevingsbehoefte om de wereld te begrijpen, te voorspellen en te controleren. En voor de invulling van die primaire behoefte zijn twee dingen nodig: a) de illusie van een overlevingsbaken buiten ons, dat ons de weg wijst als we het zelf echt niet meer weten, b) de illusie van een persoonlijk, innerlijk baken waarmee we de dagelijkse wereld praktisch tegemoet treden om te overleven. Een metafysische overlevingsillusie en een psychische overlevingsillusie, zou je kunnen zeggen (1). 

Voor de metafysische, collectieve illusie heb je een religieuze of seculier ideologische ‘kerk’ nodig: een in een gemeenschap gedeelde opvatting hoe de wereld in elkaar zit, wat van waarde, zin en betekenis is. Het is een overlevingsstrategie, een baken op populatieniveau, die ‘gepredikt’ moet worden.

Op individueel niveau heb je de illusie van een Ik, een Psyche, een Ziel, oftewel een innerlijk baken nodig dat sturing en controle geeft over het dagelijkse handelen. Dat gevoel van eigen sturing en controle kan alleen gevoeld worden als men zichzelf fundamenteel ziet als iemand met een vrije wil, iemand die keuzes kan maken en die daarvoor in vrijheid moet leven. Als je het externe metafysische baken weghaalt, en het collectivistische religieuze of ideologische gemeenschapsdenken laat verwateren, dan heb je noodzakelijkerwijs veel Ik, identiteit, vrije wil en vrijheidsdrang nodig om dat verlies te compenseren.

Die hooggewaardeerde westerse ideologie van zelfbeschikking, democratische vrijheid, individuele en identitaire waarden, die kwam er niet voor niets. We gaan er dagelijks al protesterend de straat voor op en voeren er desnoods desastreuze oorlogen voor om ze te behouden. Maar in veel opzichten zijn die westerse waarden tegelijkertijd niets anders dan een niet zelfgekozen, maar een noodzakelijke evolutionaire uitkomst van het menselijk denkvermogen. We zullen die individualistische waarden wel moeten omarmen, onvrijwillig, om het hoofd boven water te houden. En natuurlijk zullen we tegelijkertijd die impliciete onvrijwilligheid graag ontkennen en ons op de borst kloppen voor die ‘zwaar bevochten vrijheden’.

Ons westers-individualistisch denken heeft (evenals het niet-westerse collectivistische denken) zijn eindpunt natuurlijk niet bereikt, het zal echt wel verder evolueren. En opnieuw: niet vrij-wil-lig maar noodzakelijkerwijs. En, net zoals in vroeger tijden, we hebben geen idee in welke richting, in welke vorm en met welke snelheid. Een ding lijkt me wel vrij zeker: dat we voorlopig nog een boel goeie illusies over onszelf en de wereld nodig hebben om het met elkaar uit te houden. En dat we maar beter permanent aan onszelf kunnen blijven twijfelen dan stug blijven volhouden iets zeker omtrent onszelf en welke Waarheid dan ook te weten. Dat voorkomt een boel ellende.

(1) Pas in de 19e eeuw komt er een derde en cruciale overlevingsfactor bij: de democratische staatsvorm die het vrije denken van individuen toestaat. Het streng normatieve, (zelf)repressieve denken onder de theocratieën en monarchale autocratieën verdwijnt en maakt plaats voor het recht op vrije meningsuiting, expressie en communicatie.Die omstandigheid veroorzaakt een stroom van innovatieve ideeën op vrijwel elk maatschappelijk terrein: de competitieve vrije markt van ideeën is geboren. Vooral innovatieve technologische ideeën krijgen ruim baan: de industriële revolutie is geboren wat de samenleving (tot dan toe 90% boerenbevolking) onomkeerbaar veranderde. De plotselinge en wereldwijde bevolkingsexplosie die er op volgde is een bewijs dat de vrijheid van denken zeer sterk bijdraagt tot evolutionaire overleving. Althans tot nu toe

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *