In het rijtje toekomstige onzekerheden speelt het huidige mistige wereldtoneel een cruciale rol. In de eerste plaats het nieuwe gezicht van China. De Westerse landen hebben uit economisch gewin sedert 1990 hun eigen chinese draak voortgebracht.
China is de afgelopen 5 jaar van een economische reus (de fabriek van de wereld) veranderd in een internationaal politiek agressieve gigant. Hong Kong werd ‘genationaliseerd’, het politieke systeem gelijkgeschakeld, opposanten na schijnprocessen opgesloten. Miljoenen van mogelijk toekomstig terrorisme verdachte islamitische Oeigoeren verdwenen in concentratiekampen. Grote internationale Chinese ‘particuliere’ bedrijven werden dit voorjaar onder stevige politieke controle gebracht (bijv. Ali Baba). De culturele vrijheid werd kortgeleden sterk ingeperkt via een volstrekt gecontroleerd internet waarmee een surveillance staat zoals in Orwell’s ‘1984’ werd gecreëerd. Waarin Big Brother je letterlijk dag en nacht beloerd.
De speciale positie van Taiwan zal de komende jaren permanent onder druk staan. Er is geen peil op te trekken wanneer China daadwerkelijk tot annexatie van Taiwan over zal gaan. Maar dit zal ongetwijfeld gaan gebeuren. Het opeisen van de Zuid Chinese zee (3.5 mln vierkante kilometer, waaraan veel Zuid Oost Aziatische landen grenzen, zoals Indonesië en de Filipijnen) als ‘Chinees’ zal stap voor stap in een reeks van kleinere conflicten doorgaan, zoals we van China gewend zijn. Het plan is het plan.
Als fabriek van de wereld beheersen de Chinezen grote delen van de elektronica produktie. Maar ook de productie van goedkope consumentengoederen die wereldwijd armere consumenten van spullen voorziet. Economisch hebben de Chinezen wereldwijd een behoorlijke grip op een zeer groot aantal landen (lange termijn contracten en peperdure leningen) voor levering van grondstoffen. Logistiek hebben ze overheersende posities in het zeevervoer en in belangrijke havens (w.o Rotterdam). Ze aarzelen niet in conflicten met andere landen burgers van die landen te gijzelen. Ook leggen ze tegenwoordig doodgewoon met ‘juridische middelen’ beslag op kleinere Westerse bedrijven in China.
Op het gebied van informatie technologie behoren ze tot de top van de wereld en maken ze dagelijks gebruik van cyberspionage om technologie te stelen en cybersabotage om andere landen te destabiliseren.
Militair overvleugelen ze Amerika nog niet, maar ze ondergraven dag in dag uit waar mogelijk de Amerikaanse institutionele zwakheden, waardoor gedecideerd optreden van de Amerikanen (ook militair) steeds minder waarschijnlijk lijkt. Amerika is al in verschillende gevallen uiterst kwetsbaar gebleken voor cyberaanvallen. Het is nauwelijks aan te nemen dat de Amerikanen uiteindelijk Taiwan zullen beschermen. Maar het blijft onzeker. Zelfs een kernoorlog in de Pacific is nooit uit te sluiten.
Wat weinig onzeker lijkt is de afnemende machtspositie van Amerika. Het land lijkt te verworden tot een economische reus op lemen voeten, een economie van copyright, advertenties en monopolies. Het land is tot op het bot verdeeld tussen politieke, economische en persoonlijke machtsbelangen (Trump). In een diep gepolitiseerde cultuur van dogmatische opvattingen en extremisme, kun je alleen nog in naam spreken van een democratie. Amerika is voor andere landen, ook voor Europa, tot een volstrekt onbetrouwbare bondgenoot verworden.
In deze setting valt nauwelijks op dat de internationale instituties als de Verenigde Naties de laatste jaren enigerlei rol van betekenis verloren. De grote autocratische landen als China, Rusland, Saudi-Arabië, Turkije, Israël, India, Brazilië en Iran maken iedere vorm van mondiale samenwerking tot een farce. In bijvoorbeeld Syrië, Jemen, Myanmar, Palestina en Ethiopië worden al jaren nog altijd uiterst bloedige conflicten uitgevochten zonder enig uitzicht op een oplossing via de UN. Het bovenstaande rijtje landen maakt nota bene deel uit van de VN Mensenrechten-commissie met als enig doel het functioneren van deze commissie te blokkeren.
Ondanks met fanfare omklede Klimaatconferenties (zoals binnenkort weer in Engeland) lijkt het uitgesloten dat er feitelijk in de toekomst effectief mondiaal zal worden samengewerkt om de aantasting van de aardse leefomgeving tot staan te brengen. Daarvoor zijn de eigen belangen van vele niet- of zogenaamd democratische staten (en de persoonlijke belangen van de machthebbers) te groot.