Je kan denken, voelen, ervaren en zeggen wat je wilt maar het komt allemaal uit je brein. Punt. Geen speld tussen te krijgen. Wat filosofen, wetenschappers, politici, ondernemers, kunstenaars ook allemaal beweren, het komt allemaal uit hun brein. Is het daarom niet redelijk om eerst dat brein als gemeenschappelijk vertrekpunt te nemen wanneer we iets beweren over onszelf, over de wereld (en de kosmos voor mijn part)?
De vraag is hoe het brein tot denken, voelen, ervaren en maar van alles beweren komt. Hoe het brein in elkaar steekt, wat zijn functies en vooral zijn limitaties zijn. Een muis en een olifant mogen denken dat ze de wereld (genoeg) kennen, maar dat is natuurlijk niet zo. Precies zo wat betreft het mensdier.
Alles begint dus bij het functioneren van onze hersenen. De rest, van rekensommen tot religie, van dommigheid tot wijsheid, van lijden tot genieten, het blijft de uitkomst van ons hersenwerk.En hier begint natuurlijk een gigantisch probleem, want de kennis over ons brein is vooral de laatste decennia enorm toegenomen door toedoen van neurowetenschappers, microbiologen, psychologen (e.a.) en de ondersteunende computertechnologie, maar het breinmysterie is nog lang niet opgelost, mocht het al ooit opgelost worden.
Het aardige is dat er wel onderzoekers zijn die inmiddels, met de laatste stand van breinkennis, de brug durven te slaan tussen het functioneren van de hersenen en de grond waarop b.v. de filosofie zou (moeten) staan. Iain McGilchrist (*), psychiater en filosoof, is een van degenen die zich bezig houden met vragen rond het ontstaan van menselijke waarden, hoe onze verbeelding, intuïtie, creativiteit, maar ook logica en gezond verstand in verband staan met de hersenarchitectuur en het verschillend functioneren van de asymmetrische hersenhelften (**) – zoals bij alle sociale dieren.
Hoe de linker hersenhelft nogal impulsief, praktisch en talig ingesteld is en snel probeert een logisch-reductionistische greep op de wereld te krijgen. En hoe de rechter hersenhelft die de ‘nogal dommige linkerhelft’ afremt in zijn te snelle conclusies en het geheel van informatie probeert te overzien, d.w.z. hoe die context en betekenis aan alles geeft. Hoe de linkerhelft het spotlicht zet op een expliciet detailpunt van het wereldpodium en met zijn geconcentreerde, bewuste aandacht heen en weer slingert. En hoe de rechterhelft de context van het hele podium laat zien, met een impliciet bewustzijn, een impliciet begrijpen.
Links is expliciete praktische kennis, is weten, is uiteindelijk wetenschap, wetenschap die gefragmenteerd is in duizend kennisgebieden. Rechts is impliciet begrijpen, in de vorm van religie, mythe, belief-systems, paradigma’s, het niet-bewuste. Rechts is de poging om al het denken, voelen en ervaren een omvattende betekenis te geven. Links is logische analyse, inductie en reductie, het breekt de werkelijkheid in stukjes. Rechts is synthese en deductie, het geeft zicht op samenhangen, op sociale en emotionele verhoudingen, op de binding met de wereld. Links is inzoomen, rechts is uitzoomen.
Als je rechter hersenhelft aangetast is, b.v. door een hersenbloeding, begrijp je de emotionele en sociale wereld niet meer, maar blijf je met je onaangetaste linker hersenhelft de praktische hier-en- nu zaken wel uitvoeren. Of omgekeerd, de linker hersenhelft is kapot, waardoor we ons met taal niet meer goed kunnen uitdrukken, maar de wereld nog steeds goed en met empathie kunnen begrijpen.
We zien de wereld en onszelf dus op twee verschillende manieren, maar ervaren hem toch als een geïntegreerd geheel (***). We zien de wereld en onszelf voor zover de beperktheid van de linker hersenhelft er met zijn bewuste verstand in kan doordringen. En voor zover de beperktheid van de rechter hersenhelft er chocola van kan maken. Het lijkt een rommeltje bij elkaar maar we doen het ermee. En als soort nog aardig succesvol mede gezien de bevolkingsexplosie van de laatste paar duizend jaar.
Wel jammer dat de levensfilosofie met zijn Grote Verhalen over waar de mens vandaan komt, wat zijn bestemming is, hoe de wereld en de kosmos in elkaar steekt, steeds meer terrein lijkt te verliezen. Oftewel, jammer dat het rechter hersenhelft-denken steeds verder afgedreven is van het linker hersenhelft-denken, dat van alles denkt te meten en te weten, maar niks werkelijk begrijpt. Hoe meer details we van de materiële wereld weten hoe minder we het geheel begrijpen, dat is de tegenwoordige klacht (****).
Filosofie was tweeduizend jaar geleden nog één klont (zelf)kennis, wetenschap en religie en ze destilleerde daaruit de cultuurregels voor het goede leven. Vooral sinds de Verlichting verloor de rechter hersenhelft het wijze meesterschap over de domme boodschapper die de linker hersenhelft altijd is geweest. En daar zitten we nu mooi mee opgescheept, want enerzijds heeft het weten ons veel opgeleverd aan praktische kennis en vaardigheden, aan wetenschap en techniek, welvaart en overlevingskracht, maar anderzijds loopt het aardig uit de hand met al die doorslaande successen. We zijn het grote plaatje kwijt, de inbedding van al die wetenschap en techniek, van al die rationele verworvenheden. We weten van alles over watermoleculen, waterplanten, de stroom, de bodem, de vissen, maar… we zien de rivier niet meer.
Het rationeel logisch-economisch denken is inmiddels allesoverheersend geworden, losgeweekt van zijn vroegere maatschappelijke inbedding die door middel van culturele normen paal en perk stelde aan de god Geld & Gewin. Geld maakt ons wel degelijk gelukkig (kom nou, ontken het nou niet), want je kunt er een boel spullen mee kopen, en status en vrijheid. Maar anderzijds, als je aan stervenden vraagt waar ze het meest spijt van hebben, dan is het dat ze teveel hebben gewerkt, te weinig aandacht hebben besteed aan hun gezin, familie en vrienden, en te weinig tijd hebben genomen om van de schoonheid van dingen werkelijk te genieten. Kortom, te weinig geluisterd naar de ‘wijsheid van hun rechter hersenhelft’.
Deze onevenwichtigheid tussen het linker en rechter hersenhelft denken zit diep in de filosofie ingebakken, zelfs in de meest eenvoudige definitie van filosofie: de liefde voor kennis (links) en wijsheid (rechts). Dit verschil in functie van de twee hersenhelften heeft enorme consequenties gehad voor de ontwikkeling van het filosofisch denken. Door de hele geschiedenis van de filosofie heen vindt men de twee verschillende denkstijlen terug: b.v. enerzijds het empirisme, rationalisme, utilisme, materialisme, positivisme (e.a.) en anderzijds de theologie, het structuralisme, existentialisme en de fenomenologie (e.a.).
We zien dit bij de verschillende filosofische scholen terug, b.v. in hun nadruk op nuttigheid in economische filosofie (zie Pheifer’s blog over het utilisme van Bentham), op het focus op de taal in de taalfilosofie (b.v. Wittgenstein, Derrida), op dialectisch en historisch materialisme in de politieke filosofie (b.v. Hegel, Marx), op de verifieerbaarheid en falsifieerbaarheid in het logisch positivisme (b.v. Russell, Popper), op de logica in de analytische filosofie en de vele vertakkingen van de meer recente analytische filosofie.
Al met al: de asymmetrische bouw, de functie van de hersenhelften, de interactie van hersendelen, ze doen er toe als we het hebben over onszelf, over het aardse en het onaardse. Ze doen er toe omdat de linker hersenhemisfeer fouten kan maken, verkeerde koude rationele conclusies kan trekken, hetgeen in zijn uitwerking verschrikkelijke consequenties kan hebben als ze niet gecorrigeerd worden door de meer menselijke rechter hemisfeer. Denk aan de rücksichtslose, doelgerichte, doeltreffende en efficiënte uitmoordmachine van de Nazi’s, de Sovjets, de Maoïsten en andere meer ‘kleinschalige’ regimes met een genocidale historie.
Ook de rechter hemisfeer kan fouten maken door een dominant wereldbeeld neer te zetten met waarden en normen die alleen voor zijn aanhangers gelden, maar niet universeel zijn, en dus strijdig met elkaar. Denk aan de met elkaar strijdende religieuze wereldbeelden, ieder met hun eigen Christelijke, Islamitische, Hindoeïstische, Boeddhistische en Joodse moraal. Voor de filosofieën van ‘seculiere religies’ geldt hetzelfde: de kapitalistische, socialistische, communistische moraal staan op gespannen voet met elkaar.
Met ‘fout linker of rechter hemisfeerdenken’ wordt niet bedoeld dat er een ‘goed denken’ zou bestaan, dat zou immers opnieuw een erg aanmatigende filosofie betekenen. Met ‘fout’ wordt bedoeld: niet in evenwicht met elkaar, geen vol gebruik maken van alle hersenfaculteiten en – kwaliteiten (daar hebben we ze toch voor!). Ik bedoel: een cultuur die de beperkingen van zijn hersenbiologie niet serieus neemt, die zijn rationeel-analytische kant overwaardeert en zijn waarden zoekende, synthetische kant onderwaardeert zit op het verkeerde pad.
Leer je kinderen rekenen en taal, maar leer ze ook muziek maken, tekenen, turnen en teamsporten. En leer ze…. filosofie.
(*) The Master and His Emissary (The Divided Brain and the Making of the Western World). Iain McGilchrist; 2009. Zie ook: Channel McGilchrist en YouTube (met diverse interviewers). Binnenkort verschijnt zijn opus magnum: The Matter of Things.
(**) De rechter hersenhelft is groter, zwaarder, heeft een andere oppervlaktestructuur, een andere neuro-endocrine sensitiviteit, e.d.
(***) De linker en rechter hersenhelften functioneren uiteraard niet los van elkaar; via het corpus callosum interacteren ze onophoudelijk. Links en rechts zijn anatomisch te onderscheiden maar in hun gezamenlijke werkzaamheid niet te scheiden.
(****) In feite al een oude klacht c.q. bescheidenheid die Socrates zo populair maakte: ‘ik weet slechts één ding: dat ik niks weet’.