Stel uzelf gerust: u hoeft de kwantummechanica beslist niet te begrijpen om mee te kunnen praten. Sterker nog, niemand begrijpt de kwantummechanica, ook natuurkundigen niet, zo verklaarde Richard Feijnman, natuurkundige en Nobelprijswinnaar (*). Niet begrijpen in die zin dat je je er geen omvattende voorstelling van kunt maken, maar er wel vrolijk en kloppend mee kunt rekenen en allerlei mooie technologische apparaten mee kunt bouwen (ook vreselijke alles uitroeiende wapensystemen trouwens). Zoals je een auto ook niet alomvattend hoeft te begrijpen om erin te kunnen rijden, zoiets.
Eén ding maakt Rovelli telkens weer duidelijk: wij beleven onszelf als een Ik met een binnenwereld, met een bewustzijn, dat door onze huid gescheiden is van de wereld buiten ons, de buitenwereld. Die tegenstelling is in het kwantumdenken schijn, een illusie, er bestaat geen binnen- en buitenwereld, geen geest en materie. Alle beschrijvingen van de wereld zijn inclusief onszelf en dus, in laatste instantie, allemaal beschrijvingen van binnenuit. D.w.z. er bestaan alleen perspectieven op dat wat wij ‘de werkelijkheid’ noemen. ‘De werkelijkheid’ is tegelijk ‘onze werkelijkheid’. De geestelijke eigenschappen die wij aan onszelf toeschrijven, evenals de fysische eigenschappen van de wereld buiten onszelf, ze staan relatief t.o.v. elkaar. We bevinden ons in een wereld zonder kale feiten omdat feiten alleen relatieve feiten zijn. Feiten omtrent onze subjectieve ervaringen en objectieve waarnemingen staan niet op zichzelf, ze worden alleen ‘zichtbaar’ in relatie tot elkaar. ‘Er bestaan geen feiten, alleen interpretaties’, zei Nietzsche. ‘Het leven is opinie’, zei de Griekse filosoof Democritus.
Samengevat: het denken in subject/object, ik/wereld, geest/materie, bewustzijn/ding, zelf/ander, kaart/terrein is bedrieglijk, het is pre-kwantumdenken. Kwantumdenken is relationeel denken, interconnectief, contextueel, systemisch, is denken in de verschillende resoluties van waaruit de ‘werkelijkheid, de wereld, de waarheid’ beschouwd kan worden.
Hier aangekomen vraag je je af: wat is de impact van de kwantumtheorie op onze samenleving, op onze cultuur? Met impact bedoel ik: is er een directe invloed, een indirecte invloed, een samenhang of een analogie met maatschappelijke/culturele ontwikkelingen aan te wijzen?
- Wetenschap. Een directe invloed van de kwantumtheorie op de harde empirische wetenschappen(natuurkunde, chemie, biologie) was er al snel na de presentatie van de kwantumtheorie, zo rond 1925. Een explosie van wetenschappelijke deelgebieden zoals kwantum(bio)chemie, kwantumoptica, kwantum-electrodynamica, kwantuminformatica, astrofysica, ontstonden in no time.
- Technologie. Sinds de praktische technologische toepassingen van de kwantummechanica mogelijk werden, groeide de kwantumtechnologie exponentieel: kernenergie, de transistor, de computerchip, het internet, allerlei medische technologie (MRI-,CT-, PETscan), robots, AI-gestuurde machines, etc. Onze leefwereld veranderde daardoor dramatisch en in een zo snel tempo dat we niet meer bij kunnen houden wat de stand van zaken eigenlijk is.
- Bijwerkingen. De indirecte invloeden van de kwantumtechnologie zijn gigantisch: de wet- en regelgeving kunnen de tech-innovaties niet bijhouden waardoor er inmiddels allerlei kwalijke ongecontroleerde bijwerkingen van de kwantumtechnologie zijn ontstaan: de proliferatie van de atoombom, de plasticsoep in zee, nucleaire ongelukken, chemische lucht- en waterverontreiniging, klimaatopwarming ….. om er maar een paar te noemen.
- Politiek. Indirecte gevolgen veranderden ook de politiek die moet inspelen op de handel in kwantumtechnologische producten en de handel in de technologische innovaties zelf. En die moet inspelen op de verschuivende geopolitieke machtsverhoudingen die door de kwantumtechnologie veroorzaakt worden. Zo bracht de atoombom waarschijnlijk meer politieke stabiliteit en vrede tussen de machtsblokken Rusland, China en het Westen, maar inmiddels is die werking obsoleet nu veel landen zich geavanceerde AI-gestuurde wapensystemen kunnen veroorloven, nu elke thuisknutselaar met CRISPR-tech biobommen kan maken, en er een goedkope cyberoorlog gevoerd kan worden die de hele financiële- en energie-infrastructuur van een land kan platleggen. Een kleine vonk kan gemakkelijk een cascade van geweld veroorzaken, een apocalyptische oorlog veroorzaken die geen overwinnaars kent.
- Kennis en Weten. Een andere zeer belangrijke indirecte invloed van de kwantumtechnologie, met name de hightech communicatietechnologie, is de crisis in het vertrouwen in overheidsinstanties, de media en de wetenschap, oftewel een kennis/waarheidscrisis, de zgn. epistemologische crisis (**). Niemand weet nog wat hij voor waar moet houden, de waarheid is volstrekt gefragmenteerd, hetgeen voornamelijk veroorzaakt wordt door de sociale media die zeer snel misinformatie, deepfake video’s, propaganda, ongefundeerde meningen, etc. de wereld instuurt. Onbegonnen werk voor factcheckers die op hun beurt ook weer gewantrouwd worden, wat eerder tot verdere maatschappelijke polarisaties leidt dan tot een werkelijke correctie op een boel onzin, onkunde en onwetenheid. Zo onstaat er een paranoïde samenleving die gemakkelijk uitgebuit kan worden door gepsychopatiseerde cybercriminelen in dienst van autocratische politieke machthebbers.
- Onderwijs. Een vergelijkbare kwantumtechnologische impact is die op het onderwijs. Onderwijs emancipeert, (vooral bij vrouwen in niet-westerse landen), behoedt ons tegen bijgeloof en manipulatie, laat ons betere beslissingen maken hoe door het leven te navigeren. Maar als degelijk onderwijs zijn gezag verliest omdat het op het snelle internet neergezet wordt als ‘propaganda van de westerse witte man’ of van een vigerend regime, dan wordt het onderwijs verdacht en doodgerelativeerd. Universiteiten hebben veel last van die antiwetenschappelijke woke-, gender- en cancelcultuur.
- Economie. De invloed van kwantumtechnologische innovaties in de computerwereld op de wereldeconomie is griezelig: de virtuele financiële (beurs)handel is vele malen groter dan de reële handel in spullen. Als die luchtbel knapt is een ongekende wereldeconomische crisis het gevolg. De liberale (bijna) vrije wereldmarkteconomie is volstrekt afhankelijk van computertechnologie, hoe sneller en ondoorzichtiger handelscontracten en financiële stromen verlopen, hoe meer omzet en winst geboekt kan worden. De computertechnologie heeft het macro-economische wereldplaatje onafwendbaar, definitief en onomkeerbaar veranderd. Economie zou ten dienste van de consument moeten staan (is mijn stelling), maar dat doet ze allang niet meer, althans zeer ten dele. Ze staat ten dienste van een kleine rijke elitegroep die investeert in cutting-edge computertechnologie waarmee kapitaal en bezit worden uitgebreid en veiliggesteld. De wereldburger heeft het nakijken, de inkomens- en bezitskloof wordt elk jaar groter.
- Kunst. Over de invloed van het kwantummechanisch denken op de kunststromingen durf ik niets te zeggen; op dat terrein ben ik onvoldoende thuis. Rovelli ziet een samenhang met het kubisme (QBisme) dat in dezelfde tijd opkomt als de kwantumtheorie, zo tussen 1900 en 1925. ‘Kubisme en kwantumtheorie nemen beide afstand van het idee dat de wereld op figuratieve wijze gerepresenteerd kan worden. Het QBisme ziet af van een realistisch beeld van de wereld, achter hetgeen we zien of meten’, schrijft hij. Ook vermeldt hij Pirandello’s roman ‘Iemand, niemand en honderdduizend’ die handelt over het uiteenvallen van de werkelijkheid in standpunten van verschillende waarnemers (rond 1925).
Interessant is te weten in hoeverre 20e-eeuwse kunststromingen als Dadaïsme, Surrealisme, Magisch Realisme, en andere avantgardistische stromingen iets te maken hebben met het kwantummechanische idee dat ‘de werkelijkheid niet de werkelijkheid is die we denken te zien’ (om het maar eens plat te zeggen).
- Filosofie. Voorzover een kwantummechanicus als Rovelli zich ook bezighoudt met de relatie tussen geest en materie doen de moderne filosofen en psychologen dat op een analoge wijze ook. De moderne beeldvormende (kwantumtechnische) apparaten zoals de MRI, CT- en PETscan, plus de moleculaire biologie en de neurofysiologie hebben de neurowetenschappers nieuwe inzichten gegeven in het inmiddels verouderde geest/materie probleem. Een nieuwe stroming in de filosofie ontstond: de neurofilosofie. Hoe bewustzijn, vrije wil, logica, ideeën, beelden, taal en andere psychische fenomenen zich in de breinmaterie manifesteren en wat dat betekent voor bijvoorbeeld de oude Kantiaanse vragen (wat kunnen wij weten, wat moet ik doen, wat mag ik hopen, wat is de mens), dat alles komt weer in een volkomen nieuw daglicht te staan.
En dan is er nog de hedendaagse techniekfilosofie die zijn handen vol heeft aan de reflectie op de invloed van technologie op maatschappelijke ontwikkelingen, op de rol van de mens die weggerobotiseert wordt, wiens lustvolle brein verslaafd gemaakt is aan clickbaits, likes, en (mis)informatie uit de eigen bubble (zie Netflix: The Social Dilemma). Je kan toch niet ontkennen dat de uit de hand gelopen kwantumtechnologie hier iets mee te maken heeft?
- Religie. Religie gaat in veel opzichten over zingeving, over hoe de mens zich zou moeten gedragen, over goed en kwaad, over de goddelijke waarheid, zaken die verpakt zijn in een Groot Verhaal waarmee een gemeenschap bij elkaar wordt gehouden. Maar wat als bij uitstek juist dat Grote Verhaal aangevallen en verdrongen wordt door een cultuur die niet een collectieve maar een persoonlijke zingeving omarmt, die zich geen leefregels wil laten voorschrijven, die goed en kwaad relativeert, die geen goddelijke waarheid maar een multiperspectivische waarheid voorstaat, die allang niet meer gelooft in Het Grote (religieuze of seculiere) Verhaal? En dat alles misschien niet direct veroorzaakt maar op zijn minst wel gekatalyseerd door de kwantumtechnologische cultuur die op alle belangrijke levensgebieden ingrijpt.
De kwantummechanica is als theorie niet meer dan een serie wiskundige vergelijkingen. Kan geen kwaad. Maar de invloed op ons denken over de werkelijkheid en de kwantumtechnologische gevolgen ervan zijn onmiskenbaar. Met de kwantummechanica voltrekt zich een stille revolutie die al 100 jaar gaande is, die diep existentieel, bewust en onbewust, in het goede en het kwade, op ons inwerkt, en die zijn einde nog lang niet heeft bereikt.
(*) Niels Bohr, kwantummechanicus van het eerste uur, zei iets dergelijks: ‘ Als je over kwantummechanica kunt praten zonder dat het je duizelt, heb je er niets van begrepen.’
(**) Epistemologie of kennisleer: de tak van de filosofie die de aard, oorsprong, voorwaarden voor en reikwijdte van kennis en het weten onderzoekt (Wikipedia). Met de epistomologische crisis wordt hier bedoelt dat de gemiddelde burger alle kennis en kennisdragers is gaan wantrouwen omdat het onderscheid met de overspoelend misinformatie op het internet en in de media niet meer te maken is. Er zijn daarnaast vele andere factoren die maken dat het onderscheid tussen gezaghebbende kennis en pseudokennis tegenwoordig slechts door zeer weinigen is vast te stellen. (Lees de blog: ‘31 redenen waarom men wetenschap (te) lastig vindt en wantrouwt’; maart 2021)