Van de vroege geschiedenis tot de romantische rebellie van de jaren zestig in de vorige eeuw was maatschappelijk geen sprake van individualiteit, in de zin dat iedereen als persoon een specifieke maatschappelijke erkenning vroeg voor zijn of haar bestaan als persoon. Een specifiek individu was je slechts tussen je familie en je vrienden. Je hoorde als persoon automatisch bij een maatschappelijke groep qua werk, opleiding, geloofsrichting, dorp, stad etc. Je was vrouw van.., kind van.. Je status werd bepaald door je maatschappelijke klasse. Als je op de universiteit had gezeten en Drs. voor je naam mocht zetten had je automatisch meer gezag.
De jaren zestig vormden de opmaat voor een verdere focus op het persoonlijke individuele in de jaren zeventig. Jongeren gingen massaal in therapie. Transactionele analyse (I am ok, you are ok), Gestalt Therapie, Fort (radicaal feministische therapie) etc. Dit waren de jaren van de emancipatie van het persoonlijke individu zou je kunnen stellen.
De feitelijke maatschappelijke emancipatie van de vrouw (via onderwijs en werk) in de jaren tachtig van de vorige eeuw leidde binnen de economie naar een beweging tot maatschappelijke individualisering. Niet meer de man, niet meer het gezin, maar de individuen (eventueel in een gezamenlijke huishouding) werden afzonderlijk gezien als economische eenheden. De politiek sloot zich hier bij aan. In een vloed van wetsontwerpen werden de maatschappelijke rechten en plichten geïndividualiseerd, o.a. individuele belasting- en pensioenheffingen (binnen gezinnen samen wel hoger dan voorheen natuurlijk..). Werkgevers zagen kansen vrouwen als nieuwe goedkope arbeidsbronnen aan te boren. De commercie kon het aantal doelen voor reclame verdubbelen. Het wrange economische feit is echter wel dat de materiele welvaart van traditionele man/vrouw huishoudens nu met twee werkenden niet veel hoger is dan in 1980, toen veelal nog sprake was van kostwinnende mannen. Als je partner toen ook werkte, had je een luxueus leven.
De filosofische Romantische beweging kreeg door de individualisering een extra stimulans. Vrouwelijke waarden (zoals bijv. conflictmijding, empathie, non-agressief gedrag) begonnen een steeds grotere rol te spelen, met name in de Opvoeding en het Onderwijs, de Zorg en bijvoorbeeld de Rechtspraak. Het Romantische beeld van de grote Liefde, de monogame relatie en het Huwelijk bleven echter volop bestaan. Ondanks de dappere verdediging van hun ‘lifestyle’ lijken de vele alleengaanden in de huidige tijd niet echt los te kunnen komen van het biologisch/culturele patroon dat in onze menselijke genen is opgeslagen, getuige de enorme datingcultuur op internet.
Het ‘authentieke’ individu ontstond pas in de jaren negentig via spirituele New Age achtige bewegingen. Het individu was maatschappelijk al los gemaakt van zijn maatschappelijke groepen. Nu moest hij of zij zichzelf nog ontdekken en op eigen authentieke fundamenten zijn of haar leven vorm gaan geven (1). Deze beweging heeft in de optimistische jaren negentig – na de val van de muur in 1989 – een enorme invloed gehad op de opvoeding van jonge kinderen en pubers door ouders, alsmede op het onderwijs. De kinderen moesten zelf ontdekken, zelf ontwikkelen, zelf leren op basis van hun authenticiteit. Opvoedproblemen werden geweten aan verstoorde ontwikkeling en sedertdien specialistisch gemedicaliseerd.
Dat we allemaal unieke individuen zijn, daarover bestaat geen twijfel, ook al hebben we biologisch volstrekt dezelfde bouw. Dat we individuen zijn met een authentieke kern, die we moeten ontdekken en daarna op basis daarvan pas een gelukkig leven kunnen ontwikkelen, is als regelrechte onzin te bestempelen. Er zijn weinig argumenten die een dergelijke stelling rechtvaardigen, daarvoor is het menselijk bewustzijn biologisch veel te gecompliceerd, vele malen complexer dan al die simpele schemaatjes, als boven aan dit artikel. Zie het vervolg.
(1) E was in de jaren negentig publiekelijk nog geen sprake van de verschillende genderidentiteiten lhbtiq+